‘Wat ons drijft, is altijd: wat is goed voor kinderen?’

Oprichters Jaap Willem Kuit en Dick Rasenberg

In 1989 zaten Dick Rasenberg en Jaap Willem Kuit op een bankje bij Zeilschool Stipe Wente in Balk toen ze ontdekten dat ze er allebei plezier in hadden om zeilkampen te organiseren. Jaap Willem was op dat moment net begonnen als student bestuurskunde in Leiden, Dick werkte als hoofd welzijn & onderwijs bij de gemeente Uithoorn. Later kwam daar de sociale dienst bij. Naast een ­bestuurlijk-juridische opleiding had Dick de Pedagogische Academie gedaan en Jaap Willem kwam uit een onderwijsnest. Behalve een liefde voor zeilen, deelden ze dus een liefde voor onderwijs (en werden ze ook privé onafscheidelijk). De ondernemingslust die ze in elkaar ontdekten bij het verkopen van 7.000 zeilkampen per jaar konden ze misschien ook inzetten in het onderwijs.

Na een tijdje ontstond zo het idee om samen een bedrijf op te richten, ­gericht op onderwijsondersteuning. Als naam kozen ze de titel van een inspirerende bundel opstellen over ­onderwijs en onderwijsbeleid van oud-minister Jos van Kemenade: Over onderwijs ­gesproken.

“Wat ons dreef, was al vanaf het eerste begin: wat is goed voor kinderen, hun ouders en de professionals die met ze werken?” zegt Dick. “Misschien komt het omdat ik zelf nogal lastig was op school – ik zat niet vooraan, maar ónder het krijtbord. Daarom wil ik er alles aan doen om iets te ­betekenen voor kinderen die net wat meer ondersteuning en begeleiding nodig hebben, op een manier waar ze de rest van hun leven baat bij hebben. Ik heb overigens een prachtige schooltijd gehad. Ik kon goed organiseren en mocht graag dóen, dat ­hebben ze toen goed gezien. Dat is ook een kwaliteit. Ik heb er nog steeds gemak van.”

‘ Misschien komt het omdat ik zelf nogal lastig was op school – ik zat niet vooraan, maar ónder het krijtbord.’ 

De eerste klus

De directe aanleiding voor de oprichting van OOG ­(officieel: OOG onderwijs en jeugd BV) in 1996 was de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs. Dit viel tot halverwege de jaren negentig nog direct onder de wet­houders, maar dat werd niet langer wenselijk ­geacht. Het openbaar onderwijs werd verzelfstandigd, ­vergelijkbaar met de situatie in het bijzonder onderwijs. Dat werd beter gevonden voor de verhoudingen ten opzichte van elkaar, met name gezien de toename van het aantal lokale onderwijstaken.
Bij de ondersteuning en begeleiding van deze verzelfstandigingsprocessen, maar ook van voor het bieden van ­ondersteuning aan schoolbesturen, zagen Dick en Jaap Willem een rol weggelegd voor zichzelf. De eerste klus van OOG: schrijven van het directiestatuut van Openbaar ­Onderwijs Zeeburg. Het tarief: 60 gulden per uur. Al snel meldden zich andere klanten: het openbaar onderwijs in Diemen, Aalsmeer, De Ronde Venen, gevolgd door een aantal Amsterdamse stadsdelen. De eerste medewerker kwam in dienst: officemanager Aart Jan Huizing, eerst voor 4 uur per week, al snel fulltime. Na het eerste kantoortje van twee vierkante meter in Amsterdam Zuid-Oost, ­betrok OOG een pand aan de Dorpsstraat in Amstelveen. Dick en Jaap Willem konden na een tijdje hun eigen banen – Dick nog steeds bij de gemeente Uithoorn, Jaap Willem als beleidsmedewerker onderwijs eveneens in ­Uithoorn – opzeggen om zich volledig te wijden aan OOG.

De weg naar Passend Onderwijs

Een volgende groeispurt kwam met de komst van Weer Samen Naar School (WSNS), de voorloper van Passend Onderwijs, en de inrichting van samenwerkingsverbanden van schoolbesturen. OOG werd gevraagd de coördinatie te verzorgen in het Amsterdamse stadsdeel Watergraafsmeer. Al snel volgden de andere Amsterdamse samenwerkingsverbanden. Een verhuizing van Amstelveen naar Amsterdam lag voor de hand. In 2002 betrok OOG het pand aan de Postjesweg waar het 20 jaar zou blijven.
Naast het WSNS-werk voor schoolbesturen werd OOG steeds vaker door de lokale overheden van Amsterdam (stadsdelen en de centrale stad) gevraagd voor de uitvoering van allerlei overheidstaken. Voor de zuiverheid en een goede scheiding van verantwoordelijkheden besloot OOG zich nog alleen te richten op de samenwerking tussen schoolbesturen en hun opdracht om steeds intensiever met de gemeente samen te werken. De medewerkers van OOG die vooral lokale gemeentelijke taken verrichtten kwamen uiteindelijk bij de gemeente Amsterdam in dienst.
Vanaf dat moment sloeg OOG zijn vleugels uit over de rest van Nederland met opdrachten in onder meer de regio Holland Rijnland, Utrecht en Rotterdam. Vanaf 2011 begeleidde Dick, als projectleider Invoering Passend Onderwijs gedetacheerd bij de PO-Raad, de omvorming van 235 WSNS-samenwerkingsverbanden naar 75 samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs die over moesten blijven na de start van Passend Onderwijs in 2014.

‘ Wanneer we in ons denken en doen steeds centraal blijven stellen wat het beste is voor het kind, komt het zeker goed.’

“Het is een proces van lange adem, maar langzaam zie je dat we de goede kant op gaan”, zegt Dick. “We hebben, ­vergeleken met landen om ons heen, een heel behoorlijk en efficiënt systeem voor het organiseren en geven van onderwijs, met eigenaarschap bij het maatschappelijk middenveld. Natuurlijk kunnen we nog veel leren van andere landen waar onderwijs en bijvoorbeeld jeugdhulp in één hand zijn. De kunst is nu om het goede te bewaren en onderwijs en jeugdhulp zo efficiënt mogelijk dicht bij elkaar ín en bij de school te organiseren. Zodat we het gehannes met budgetten – wie betaalt wat? – achter ons kunnen laten. Wanneer we in ons denken en doen steeds centraal blijven stellen wat het beste is voor het kind, komt het zeker goed.”

Ondernemingen van OOG

Vanuit de overtuiging dat je niet goed kan adviseren over beleid en organisatie zonder ook verstand en praktijk­er­varing te hebben van personeel en financiën startte OOG vrij snel na de oprichting een administratiekantoor onder leiding van Rob Naarden, toen nog in dienst bij ­Bureau Servicetaken Onderwijs (BSO) van de gemeente Amsterdam.
Later, toen de verplichting werd losgelaten dat scholen 25% van hun scholingsbudget moesten besteden bij de schoolbegeleidingsdienst, werd er een opleidingstak aan het bedrijf gevoegd: Inschool Academie. Onder het motto ‘OOG maakt de onderwijsmens in je wakker, niet de ­pennenlikker’ konden met opleidingen en trainingen de adviezen ook in praktijk ­worden gebracht.
OOG beschikt over veel expertise in het helpen opzetten van brede scholen, later IKC’s. En sinds 2019 is er een nauwe samenwerking met Novilo op het gebied van het beleid voor (hoog)begaafde leerlingen: Ondersteuning voor Talent. Deze samenwerking beviel zo goed, dat de ­Inschool Academie en Novilo/VO op Niveau/Feli-X inmiddels gefuseerd zijn tot één bedrijf.

Van grijs haar en rimpels naar energie en talent

Belangrijk in dit alles is dat je als bedrijf oog blijft houden voor veranderingen. De omgeving verandert voortdurend, OOG verandert mee, initieert, faciliteert, verbindt en versnelt. Ook de mensen van OOG veranderen. Zochten Dick en Jaap Willem in de beginjaren nog vooral naar ervaren krachten “met grijs haar en rimpels, omdat we die zelf niet hadden”, inmiddels zoeken ze mensen met energie en ­talent. Niet dat ze dat zelf niet meer hebben: het vuur voor goed onderwijs en jeugdbeleid brandt nog even hard als in de beginjaren.
Dick Rasenberg en Jaap Willem Kuit: “We zijn er nog niet, ook niet na 25 jaar met hart en ziel ondernemen met OOG. Onze beweging is nog volop nodig, dat merken we iedere dag.”

Top