25 jaar betekenisvolle beweging


Af en toe moet je een steen in de vijver gooien om dingen in beweging te krijgen, zegt een van de geïnterviewden in dit magazine. Op 22 maart 1994 (Jaap Willem werd die dag 25 jaar) werd in Scheveningen een grote steen in zee gegooid waarvan de golven nog steeds zichtbaar zijn. Onder leiding van de sociaaldemocratische staatssecretaris Jacques Wallage kwamen bestuurders uit het onderwijs en landelijke en lokale overheden bij elkaar om afspraken te maken over het onderwijs. Ze hadden visie en lef. Zij realiseerden een bestuurlijke omslag die als doel had om kansengelijkheid te vergroten en gelijkwaardigheid ­tussen openbaar en bijzonder onderwijs te bereiken. Een nieuwe rol- en taakverdeling tussen schoolbesturen, gemeenten en rijksoverheid zag het licht, de bodem onder een nieuw stelsel.

Het voorwerk was al verricht door Jos van Kemenade, minister van onderwijs van 1973 tot 1977 en opnieuw in 1981 en 1982. Zijn ideeën voor de Middenschool en de opwaar­dering van de eerst nog informele ‘gewichtenregeling’ waren bedoeld om te werken aan kansengelijkheid. Hij bundelde zijn visie in een serie opstellen onder de titel ‘Over ­Onderwijs Gesproken’ – OOG dankt er zijn naam aan. Het boekje, geschreven voor de Nationale Onderwijstentoonstelling in 1983, is niet meer te krijgen, maar staat prominent in de OOG-bibliotheek. Lees er eens in, het zou gisteren geschreven kunnen zijn.
Van de Middenschool kwam het niet. De ambities werden het slachtoffer van een ­misschien wel té idealistische pedagogiek. Of zaten er ook toen al te veel institutionele belangen achter de ideologische tegenstellingen? Ook het thema kansengelijkheid heeft nooit hoog op de agenda gestaan. Misschien wel in woorden, maar tot krachtig consistent beleid kwam het niet. Intussen nam de tweedeling en kansenongelijkheid in de ­samenleving verder toe en is er meer behoefte dan ooit aan beleid waardoor iedereen wél kan meedoen.
Gelukkig zijn er lichtpuntjes: zo kunnen we na 25 jaar gewoon open over ‘inclusie’ praten; je hoort er zelfs niet bij wanneer je dat níet doet. Wat een verschil met 25 jaar geleden.

Vanaf de start in 1996 heeft OOG zich met hart en ziel ingezet voor gelijke kansen voor ieder kind. Het begon met de gelijkschakeling van het openbaar en bijzonder onderwijs. Een nauwe samenwerking met lokale overheden, en een heldere afbakening van rollen en taken, waren hiervoor de randvoorwaarden. “De dubbele petten van de wethouders begonnen te knellen”, zoals een geïnterviewde in dit magazine opmerkt. De decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten werd mogelijk. Zonder deze transitie was de Holland-Rijnlandmethode die we voor het onderwijs en gemeenten mochten ontwikkelen niet mogelijk geweest.

Op steeds meer plekken mocht OOG zich inzetten om te doen waar we goed in zijn: ­verbinden, stimuleren en organiseren, met kennis van zaken, en altijd gericht op ­samenwerking op alle niveaus. Met Inschool Academie, faciliterend aan school- en ­gemeentebesturen, staan we met de voeten in de praktijk en leggen we de verbinding met bestuurstafels waar gepolderd wordt.

Samenwerken is ons credo. En waar kan dat beter dan bij samenwerkingsverbanden passend onderwijs waar de samenwerking tussen onderwijs, jeugdhulp en zorg centraal staat. De samenwerkingsverbanden komen steeds beter in positie, al is het een lange weg. Te lang ging het over “wie het voor het zeggen heeft en wie de rekening betaalt; over de inhoud ging het zelden”, aldus enkele betrokken bestuurders in dit magazine.
En een ander: “Die weeffout moet hersteld zodat we echt kunnen werken aan een ­onderwijssysteem waarin alle kinderen de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben.”
Zolang iedereen die werkt binnen het prachtige werkveld van onderwijs en jeugd daarvan doordrongen is, komt het wel goed met de samenwerking. Hopelijk duurt het niet nog eens 25 jaar voordat we met elkaar een innovatief, flexibel continuüm van onderwijs, jeugdhulp en zorg (het ‘dekkend netwerk’) hebben gerealiseerd dat niemand ­uitsluit en gelijke kansen biedt aan iedereen. En wat zou het helpen wanneer deze ­opdracht een nog steviger wettelijke basis krijgt.

Aan OOG zal het niet liggen. Laagdrempelig, naast onze opdrachtgevers, blijven we investeren in de mensen van OOG die onvermoeibaar werken aan het verbinden, stimuleren en organiseren van alles wat nodig is om tot effectieve samenwerkingen te komen binnen de domeinen van onderwijs en jeugd. Of we nu naast een directeur gaan staan om te helpen met een professionele leercultuur, of samen met een groep voorlopers werken met de eigen ervaringen van ouders en jongeren om te doen wat zíj vinden dat nodig is.
Wie de mensen van OOG zijn, met wie ze werken, wat ze drijft en wat ze mee willen geven, daarover gaat het in dit magazine. En wat blijkt? Iedereen heeft hetzelfde doel, dat zo mooi wordt verwoord door een van onze oud-medewerkers: “Wat we doen moet betekenis hebben voor kinderen.”

Jaap Willem Kuit en Dick Rasenberg
Colofon

samenstelling en eindredactie:
Dick Rasenberg, Jaap Willem Kuit
interviews:
Richard Stuivenberg  
fotografie:
Wendy Bos
webdesign:
Hans van der Woerd
productie:
Aart Jan Huizing

© 2021, OOG onderwijs en jeugd Maassluisstraat 2 bg
1062 GD Amsterdam
www.oog.nl

Top