‘OOG is goed in mensen bij elkaar brengen’

Gerard van de Burgwal

Gerard van de Burgwal
Relatie met OOG: Teamleider Brede Scholen Lokaal Beleid van 2001 tot 2014

Het is een rode draad in de verhalen die in dit magazine verzameld zijn: ‘Op een dag kwam ik Dick tegen…’ Veel van de huidige en oud-medewerkers van OOG zijn ‘gespot’ door Dick Rasenberg. Zo ook Gerard van de Burgwal. In het begin van de jaren nul van deze eeuw werkte hij als beleidsmedewerker onderwijs bij het Amsterdamse stadsdeel de Pijp, met onder meer Weer Samen Naar School in zijn portefeuille. “Het was een interessante periode, en ik had het naar mijn zin. Toch heb ik ja gezegd tegen Dicks verzoek bij OOG te komen. De avontuurlijkheid sprak me aan. En de invloed die je uit kunt ­oefenen door op alle niveaus van het proces actief te zijn. Zo is notuleren een onderschatte factor, heb ik ervaren. Door het zo op te schrijven dat iedereen zichzelf herkent, geef je kracht aan de bedoeling van het overleg en voelen de deelnemers zich gewaardeerd voor de eigen inbreng.” Typisch voor OOG vond hij dat de adviseurs alles aanpakten wat op hun pad kwam, ook al wisten ze er (nog) weinig vanaf. “OOG is goed in mensen bij elkaar brengen, zodat ze met elkaar gaan praten. De mensen van OOG kunnen gesprekken leiden en bruikbare rapportages maken. Dat die rapporten wel eens wat arm zijn aan literatuurverwijzingen tekent de praktische resultaatgerichtheid van het bedrijf.”

‘De avontuurlijkheid sprak me aan. En de invloed die je uit kunt oefenen door op alle niveaus van het proces actief te zijn.’
Studiereizen naar Amerika

Wat op zijn eigen pad kwam, waren de brede scholen die aan het begin van deze eeuw booming business werden. Gerard van de Burgwal begeleidde de oprichting van veel van deze scholen, met kinderopvang en onderwijs onder één dak. Het ging daarbij zowel om de inhoud als om de gebouwen. “Wij werkten met de teams aan de missie en visie van de nieuwe organisatie, stelden het inhoudelijke en technische programma van eisen op, zochten een architect, en begeleidden het proces van het eerste idee tot de opening en soms nog daarna.”

Inspiratie vond hij vooral in Amerika. Jarenlang organiseerde hij voor schoolbesturen, gemeenten en onderwijsteams studiereizen naar Amerika om te bekijken hoe ze het daar aanpakten. “We zijn echt overal geweest: New York, Chicago, Miami, North-Carolina. Mensen kregen daar veel ruimte om het onderwijs vorm te geven zoals zij dat wilden. Ze waren heel goed in samenwerkingen met cultuur, welzijn, en maatschappelijk werk. Dat schiep veel mogelijkheden voor de kinderen. Ze waren ook al veel verder dan wij met inclusief onderwijs. Zo herinner ik me een campus waar een apart gebouwtje stond voor autistische kinderen die mee konden doen met veel van de school­activiteiten. Ik zal ook nooit die muziekles vergeten waarin alle kinderen door elkaar, ook in hun rolstoel, ­muziek maakten op zelf ontwikkelde instrumenten. Heel inspirerend was dat.”

‘Ik zal nooit die muziekles vergeten waarin alle kinderen door elkaar, ook in hun rolstoel, muziek maakten op zelf ontwikkelde instrumenten.’

Hoe verschillend het onderwijssysteem in Amerika en ­Nederland ook is – in Amerika wordt het openbaar onderwijs bijvoorbeeld gefinancierd uit een belasting op grond en eigendom – veel van de inspirerende werking van brede scholen en inclusiever onderwijs hebben hun weg naar Nederland inmiddels gevonden. Brede scholen heten ­tegenwoordig Integrale Kindcentra. En iedereen heeft het tegenwoordig over inclusiever onderwijs. Misschien mede dankzij de studiereizen van Gerard van de Burgwal.

Top